Woensdag 15 juni 2011
`s Morgens om 04u30 slaan wij de deur van onze woning achter ons dicht en begint
onze reis richting Zuid-Frankrijk, meer bepaald richting Camarque en de Provence; benieuwd wat het brengen zal want het is de eerste maal deze richting uit. Daar het vroeg in de morgen is hebben wij het geluk om op een paar plaatsen langs de snelweg een hinde en reeën te zien.
Onze reis gaat over Luxemburg, Metz – Dijon en tenslotte Lyon waar onze eerste overnachtingplaats ligt. Ons eerste hotel ligt in Jons alwaar wij een uitzicht hebben op de Rhône. Na een rustige nacht zetten wij onze reis verder richting Camarque.
Donderdag 16 juni 2011
Onderweg talrijke waarneming van wouwen, kiekendieven en zelfs drie zwarte ooievaars. In Orange krijgen wij voor de eerste maal de Mont Ventoux in het oog maar deze laten wij letterlijk en figuurlijk links liggen voor een later tijdstip; wij rijden verder via Nimes en zitten op een boogscheut van de Camarque. Het warme weer nodigt ons uit om een eerste terrasje te doen maar daar het nog voormiddag is, houden wij het bij een lekkere straffe espresso. Rond het terras fladderen enkele koninginnepages ons om de oren. Na onze weg te hebben verder gezet, valt het op dat hoe dichter je bij de Camarque komt, hoe vlakker het landschap wordt. Eenmaal op de hoofdweg richting Saintes-Mariés-de-la-Mer kom je stilaan in de Camarque terecht. Links en rechts ziet men de rijstvelden waarin koereigers druk aan het zoeken zijn naar een hapklare brok; onderweg gestopt om er eentje te platen wat niet zo eenvoudig is op een nogal drukke baan.
Na onze aankomst in Saintes-Mariés-de-la-Mer meer bepaald in Le Mas de Cocagne gaan wij te voet naar het gezellige centrum dat vooral bestaat uit restaurants. In de namiddag rijden wij richting Aiges-Mortes om daar een bezoekje te brengen aan de ommuurde stad. Aiges-Mortes is een zwaar versterkte vestingstad met diverse stadspoorten en torens. Op de terugweg naar Saintes-Maries-de-la-Mer nemen wij de D85 zodat wij hier de overzet (Bac du sauvage) kunnen nemen.
Langs deze route waarneming van een koppel bijeneters en mijn allereerste purperreiger, weliswaar in de verte maar toch mooi om te zien. Bij valavond zien wij verschillende groepjes flamingo`s die naar hun overnachtingplaats vliegen.
Vrijdag 17 juni 2011
`s Morgens vroeg uit de veren zodat ik tegen 6uur kan vertrekken, aan de horizon doet de zon in ieder geval al moeite om naar boven te klimmen. Het duurt niet lang of ik zie al flamingo`s in de eerste zonnestralen, kort daarna zie ik op verschillende plaatsen koereigers druk doende tussen, onder en bovenop de camarquepaarden.
Geen geluk met de purperreigers en andere soorten daar het riet langs de wegen en sloten hoog staat waardoor de waarnemingen maar op een laag niveau komen te staan. Beverratten zijn hier ook aanwezig; ik zag eentje liggen op de weg die nog maar pas door een auto was gegrepen; een tweede soortgenot overkwam hetzelfde op een later tijdstip gedurende mijn ochtendtrip. Op de rijstvelden zaten menige kleine zilverreigers hun ontbijt bijeen te zoeken. Bijeneters worden ook gespot, een zestal, maar zoals gewoonlijk te ver weg om goed te zijn (ik zal toch eens op zoeken moeten gaan om een zwaardere lens). Bijeneters vinden is op zich niet zo moeilijk; je laat je venster open en luistert naar hun gezang. Eenmaal gehoord, vergeet je het nooit. Op die plaats zie ik en hoor ik een koningskwartel die bovenop een weidepaal het beste van zich geeft. Na nog een overvliegende hop te hebben gezien,ga ik richting Mas de Cocagne alwaar mij een goed ontbijt wacht. Trouwens, voor wie richting Saintes-Maries –de-la Mer gaat, de weg richting Pioch-Badet of wel Saintes-Maries-de la Mer par Cacharel is veel rustiger (vooral `s morgens om foto`s te nemen) en mooier om door te rijden.
Na het heerlijk ontbijt bezoeken wij eerst het plaatselijk marktgebeuren om daarna een rondrit te maken door de Camarque. Vanuit St.-Maries-de-la Mer rijden wij richting Arles; na zo`n 21km nemen wij de afslag naar links (D37) richting Salin de Giraud, Mejanes en Etang de Vaccarès. Hier rijdt men langsheen het Etang de Vaccarès, in deze periode van het jaar staat het riet echter zeer hoog zodat men maar nu en dan eens een glimp kan opvangen van het meer. Na zo`n 7,5km te hebben gereden treft men aan de rechterkant een oude elektriciteitskabine die nu dient als observatietoren. Van hieruit heeft men een mooi overzicht op de streek. Waarnemingen is nihil; niets te zien; enkel een hagedis die zijn eten zoekt op de trap van de observatietoren. Een 300 meter verder, maar dan links, ligt de weg route du Mas D`Agon maar later meer hierover. Wij vervolgen onze weg om na zo`n 6,6km rechts af te slaan (Etang de Vaccarès) naar het informatiecentrum La Capelière. Maar alvorens wij deze afslag nemen neem ik nog snel een paar foto`s van een prachtig zonnebloemenveld.
Bij mijn terugweg naar de auto zie ik voor de eerste maal de scharrelaar en ik heb zelfs nog het geluk er een foto van te kunnen nemen. De weg richting informatiecentrum brengt ons dichterbij de flamingo`s zodat ik er toch een paar foto`s kon nemen. Het informatiecentrum is niet veel speciaals en spijtig genoeg was er niets voorzien om te drinken (zoute lucht en zon maken ons dorstig). Het is een aanrader deze weg eens te nemen en er rustig door te rijden. Na de overzet te hebben genomen in Port-Saint-Louis rijden wij naar Arles. Deze stad is gelegen aan de Rhône en werd gesticht ten tijde van het Romeinse Rijk. Op het Place du Forum ligt nog steeds het caféterras dat men terug kan vinden op het bekende schilderij “Caféterras bij nacht” van Vincent van Gogh, die zijn laatste twee levensjaren doorbracht in Arles.
`s Avonds paardenfeest in Saint-Maries-de-la-Mer alwaar een groepje stieren de straat op worden gestuurd en het aan de ruiters is om deze stieren te omringen en te begeleiden naar een welbepaalde plaats. Hier spijtig geen foto`s van; ik had op dat moment geen fototoestel mee. Omdat de festiviteiten vroeger waren begonnen dan aangekondigd.







Zaterdag 18 juni
Zoals de dag voordien ben ik vroeg vanonder de wol gekropen om bij zonsopgang foto`s te gaan nemen, maar het weer is spelbreker: het is bewolkt en er valt een nattigheid. Dit zijn niet de ideale omstandigheden om aan natuurfotografie te doen, maar ik ben nu toch wakker en ga dan maar een beetje toeren, je weet nooit wat je tegenkomt. Zoals ik verwachtte, waren de waarnemingen minder dan de dag voordien; de bijeneters zaten wel op dezelfde plaats maar ook nu ver weg. Flamingo`s en koereigers verder weg van de straatkant en ik moet mij uiteindelijk tevreden stellen met een overvliegende purperreiger.
Na het ontbijt laden wij alles in de wagen om ons daarna richting Provence te begeven. Wij maken gebruik van route du Mas D`Agon waar ik het gisteren over had. Deze weg loopt tussen verschillende rijstvelden en moerasgebieden en staat beschreven als een ideale plek om verschillende reigersoorten waar te nemen, maar het riet stond ook hier redelijk hoog zodat er van waarnemingen niet veel in huis kwam. In het voorjaar moet dit wel degelijk een toplocatie zijn om vogels te spotten. Op het einde van deze straat heb ik wel het geluk om voor de tweede maal een scharrelaar waar te nemen en deze maal vanop een kortere afstand; geen tijd echter om er een foto van te nemen maar ik was wel verbaasd dat dit zo`n grote vogel is.
Na deze laten wij de Camarque met zijn flamingo`s, koereigers en vooral met zijn muggen achter ons met als eindconclusie; deze streek is goed voor mensen die graag vogels spotten en dan beter iets vroeger op het jaar (mei). Voor de rest is er niet veel speciaals over te vertellen, maar dit is dan wel mijn eigen conclusie over deze streek. Vertrokken richting Villars – Provence onder bewolkte omstandigheden maar zeker niet te koud. Ginds aangekomen eerst onze bagage uitgeladen om daarna onze inkopen te gaan doen om het weekend door te kunnen. In de late namiddag een wandeling gemaakt naar het dorp en hier ook de eerste bijeneters opgemerkt (12- tal exemplaren). De twee volgende dagen geen bijeneters gezien of gehoord.
Zondag 19 juni
Nadien doorgereden naar de streek rond Gigondas en gestopt in Séguret vanwaar men een mooi uitzicht heeft over deze wijnstreek. Onze weg verder gezet richting Bédoin waar men de aanwezigheid van de wielertoerist duidelijk kan merken; ‘s middag doen wij een heerlijke picknick met zicht op de Ventoux en besluiten wij deze op een later tijdstip eens aan te doen. Na de picknick onze weg verder gezet richting Villars met als tussenstop de Abdij van Sénanque (ook wel Notre-Dame de Sénanque), een cisterciënzerabdij in de gemeente Gordes, prachtig gelegen in een vallei en omringd door lavendelvelden; spijtig stond de lavendel hier nog niet helemaal open maar dat kon de pret niet meer bederven. `s Avonds genieten op een terrasje in het dorp en op de terugweg naar de woning horen we het geroep van de dwergooruil.Maandag 20 juni
Wat is het heerlijk `s morgens vroeg de baan op te gaan onder een stralende zon; enkel spijtig dat ik niets voor mijn lens krijg dat de moeite is om te fotograferen, maar de zonnestralen voelen maakt veel goed. Zoals iedere morgen gaan wij, na mijn morgenrondrit, te voet naar de plaatselijke bakker om een vers stokbroodje om nadien even te genieten van een heerlijke espresso op een terrasje.
Daar het zo`n prachtig weer is, besluiten wij ter plaatse te blijven en te voet naar Saint-Saturnin-Les Apt te gaan. Dit grote dorp ligt tegen een rots waarop twee windmolens uit de 17de eeuw samen met een middeleeuwse kasteelruïne het dorp bewaken. In het oude centrum ontdek je enkele mooie oude huizen, gebeeldhouwde poorten en fijn bewerkte deur- en vensterramen. De kerk Saint-Etienne werd in 1860 gebouwd om een oudere romaanse kerk te vervangen.
Een steegje, links van de kerk brengt je naar de kasteelruïne boven het dorp. Hier begint een bewegwijzerde wandeling door de resten van het middeleeuwse dorp en langs de verschillende verdedigingswallen. Naarmate je hoger klimt, wordt het uitzicht op Saint-Saturnin en omgeving steeds mooier. De wandeling brengt je via een stuwmeertje terug naar het dorp. Tijdens onze wandeling zie ik een voorbijvliegende wielwaal maar deze is al even snel weg als hij gekomen was. In de namiddag maken wij gretig gebruik van het zwembad en ik probeer tussentijds een Provençaalse krekel (cycaden) te fotograferen, wat eerlijk gezegd niet zo simpel blijkt te zijn.

Dinsdag 21 juni
Vandaag staat een bezoek aan de stadjes Gordes en Roussilion op onze planning. Eerst rijden wij naar Gordes naar de wekelijkse markt, alwaar wij een afspraak hebben met een collega van het werk die samen met haar vriend hun vakantie doorbrengen in de Provence. Na ons bezoekje aan Gordes rijden wij richting Roussillon met zijn warme okerkleuren. Het dorp is één van de mooiste van Frankrijk en is zeker anders dan alle andere. Het neemt een unieke plaats in door de mineralen die een verrassende reeks van mooie kleuren laten zien, in alle lichtomstandigheden. Deze aanwezigheid voel je volledig wanneer je het Okerpad neemt,dat mooi aangelegd is en bewegwijzerd en dat naar de ‘Chaussée des géants’ (Hoofdweg van de reuzen) leidt te midden van grootse bezienswaardigheden gebeeldhouwd door water en wind. In de late namiddag nemen wij een verfrissende duik want het is warm, zeer warm.
Woensdag 22 juni
Deze morgen nogmaals rondgereden maar behalve een steenuiltje in tegenlicht niets waargenomen. Dan maar terug naar de vakantiewoning gereden alwaar ik vanuit de keuken plots zeven hoppen in de tuin zag zitten. Maar mijn fototoestel lag nog in de wagen, daar wij van plan waren onmiddellijk naar de Mont Ventoux te vertrekken.
Daar zit je dan als fotograaf zonder toestel met zeven hoppen in de tuin die alle tijd nemen om eten te zoeken. Na een kwartiertje vertrekken ze alle, wellicht naar een andere tuin. Wij rijden naar Sault, een mooi oud stadje gelegen op een rotspunt met een mooi uitzicht op de vallei van Sault. Lavendel is hier ook overvloedig aanwezig. In de verte zie je de kale top van de Mont Ventoux. De top van de Mont Ventoux ligt op 1912 meter hoogte. Het hoogteverschil met de voet van de berg bedraagt 1614 m. Op de top van de berg bevindt zich een weerstation met een grote zendmast. De berg is bekend doordat de beklimming ervan herhaaldelijk is opgenomen in enkele gerenommeerde wielerwedstrijden, zoals de Ronde van Frankrijk, vanwege de moeilijkheidsgraad en het kale ‘maanlandschap’. De weg van Sault naar de top van de Mont Ventoux is ongeveer 26 km. Onderweg kom je dan ook wielertoeristen tegen die zich de ziel uit hun lijf trappen om boven te geraken. Bovenaan is het fris, winderig en regent het met tussenpozen.
Een paar foto`s genomen, iets gaan drinken en terug naar beneden richting Malaucène; van hieruit stellen wij de gps in naar Brantes. Brantes lijkt tegen de wand van de Montagne de Bluye geplakt, met aan de overkant van de vallei de steile, rotsachtige noordzijde van de Mont Ventoux. Het dorpje is een netwerk van steegjes, overdekte doorgangen en enkele mooie oude huizen. Boven in het dorp is een klein restaurantje waar je van op het terras een subliem panorama hebt. Het zonnetje laat zich weer zien en wij genieten dan ook met volle teugen van dit mooie uitzicht. Brantes, een echte aanrader. Via Saint-Christol rijden wij terug naar huis met onderweg een mooie waarneming van een slang kruipend over het wegdek, het dier had zeker een lengte van 100cm. In de late namiddag kregen wij weer bezoek van een hop in de tuin maar deze maal bleef hij ver weg en verbleef er niet te lang. Deze avond groot feest in Villars; terwijl een plaatselijke zanger zijn longen uit zijn borstkas zingt, eten wij een lekker menu met een lekkere wijn op het terras van restaurant La Fontaine, leven als……… Op onze terugweg zit er boven ons hoofd, in een boom, een dwergooruil te roepen. Met deze klanken stappen wij verder de nacht in.
Donderdag 23 juni
`s Morgens een locatie gevonden waar een koppeltje bijeneters verblijven, een steenuilenkast waar een uit de kluiten gewassen jonge steenuil in de nestopening zat, maar zich bij de minste beweging terugtrok in zijn veilige nest. Vandaag rijden wij een 10 km verderop naar Rustrel. De okerrotsen bij het plaatsje Rustrel zijn erg bekend. Het gebied wordt ook wel het ‘Provençaalse Colorado van Rustrel’ genoemd; er vertrekken drie wandelingen naar de koperkleurige rotsen en de goudkleurige hellingen. Dit is weer een echte aanrader. In tegenstelling tot Roussillion hoeft men hier niet te betalen (enkel de parking, maar er is plaats genoeg in de buurt zonder er gebruik van te moeten maken) en is het er, als men vroeg gaat, veel rustiger. Gedurende deze wandeling horen en zien wij verschillende bijeneters; blijkbaar is dit hier een uitstekend leefgebied voor deze vogels. Wij doen hier de tweede wandeling van de drie en ik raad jullie aan om stevig schoeisel te dragen daar er nogal wat stenen liggen. Na deze toch wel prachtige wandeling rijden we naar Simiane-la-Rotonde. Dit mooie dorpje ligt hoog tegen een heuvel omringd door lavendelvelden. Simiane was vroeger de lavendelhoofdstad van de regio. De overdekte hallen uit de 16de eeuw zijn een overblijfsel van toen, maar nu kan men er rustig iets eten. Al wandelend kom je voorbij mooie voorgevels, voorzien van grote, mooi bewerkte deuren. `s Avonds krijgen wij aan het zwembad bezoek van een boomkikker en een dorstige vleermuis.
Vrijdag 24 juni
`s Morgens terug naar de plaats van de bijeneters maar door het felle tegenlicht besluit ik hier `s avonds eens terug te keren. Op onze laatste dag zoeken wij een markt om daar inkopen te doen om mee te nemen naar huis. Na onze inkopen op de markt van Bonnieux rijden wij richting Murs met zijn Chateau de Crillon le Brave; spijtig kan men dit kasteel niet bezoeken, privé bezit. In de namiddag maken wij voor de laatste maal gebruik van het zwembad waar wij geruime tijd in de gaten worden gehouden door een hagedis; hoog boven ons hoofd cirkelen twee slangenarenden. `s Avonds terug naar de bijeneters; deze maal heb ik meer geluk, de zon achter mij en met een beetje medewerking van deze prachtvogel kan ik mijn eerste deftige foto`s nemen van de bijeneter. Mooie afsluiter voor deze vakantie, morgen terug naar huis.
Zaterdag 25 juni
De terugweg verloopt vlot; wij maken een tussenstop in Vittel alwaar wij overnachten.
Zondag 26 juni
Terug thuis




