In mei ben ik samen met een broer richting Helgoland geweest om er Jan Van Genten en andere soorten te gaan fotograferen.
Helgoland ligt in de Duitse Bocht, relatief ver (70 km) uit de kust in de Noordzee en het behoort tot de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. Het eiland meet 1,7 km² en telt ongeveer 1.130 inwoners. Het beschikt over een klein strand, maar is vooral bekend om zijn roodgekleurde rotskust die tot 61 meter hoog uit zee omhoog rijst, en om de (nu door omvallen bedreigde) rotspunt de Lange Anna. Het eiland geniet aanzienlijke faam bij natuur- en vooral vogelliefhebbers omdat het een belangrijke broed- en pleisterplaats is voor zeevogels uit het Noordzeegebied en voor trekvogels van verder noordelijk.
Het is een klein Duits taxfree eiland ten noorden van het Duitse vasteland herbergt grote kolonies Jan-van-Genten, zeekoeten, drieteenmeeuwen, kleine mantelmeeuwen en zeehonden. Het eiland bestaat sinds een stevige storm in 1720 eigenlijk uit twee eilanden, het hoofdeiland Helgoland, en het kleinere eiland Düne. Op beide eilanden zijn geen auto’s en fietsen toegelaten, men ziet er enkel elektrische taxi’s en steps (autoped).

Op elk moment van het jaar valt er wel wat te beleven. In het voorjaar, vanaf April worden de kliffen bezet door de Jan-van-Genten, drieteenmeeuwen en zeekoeten. Deze blijven zowat heel de zomer aanwezig. In het najaar komen zowat dagelijks speciale dwaalgasten tevoorschijn en in de winter, vanaf begin december kan je op Düne terecht voor het fotograferen van jonge grijze zeehonden.
Helgoland is op de te delen in Oberland en Unterland. In het, zoals de naam al zegt, laag gelegen unterland vind je het toeristisch gedeelte. De beste plaats voor het fotograferen van de Jan-van-Genten, zeekoeten, drieteenmeeuwen en noordse stormvogels is bijna op het uiterste punt van het eiland. Hier zitten de Jan-van-Genten op slechts een meter of 2 van het omheinde pad. De zeekoeten en drieteenmeeuwen zitten vaak wat lager op de kliffen. Voor vliegbeelden van de JvG’s ben je het best met een 70-200 lens. De JvG’s komen namelijk van over zee aangevlogen tot op enkele meters voor de fotografen en laten zich vervolgens neerstorten op hun nest.
Voor zeehonden, eidereenden en scholekster en andere steltlopers moet je op Düne zijn. Op de stranden van Düne heb je namelijk grote kolonies gewone en grijze zeehonden liggen. Vooral de grijze zeehonden lijken zeer lui te zijn en trekken zich nauwelijks iets aan van de fotograferen. Tussen Helgoland en Düne vaart een hele dag een klein bootje. Dit bootje brengt je ongeveer om het halfuur op enkele minuten van het ene naar het andere eiland.
Helgoland is te bereiken met de boot of met het vliegtuig. Op Düne is een mini luchthaven.
Het eiland is met de boot te bereiken vanuit Wilhelmshaven, Büsum, Hamburg, Bremerhaven en Cuxhaven. Wij kozen voor Cuxhaven als vertrek haven, hier kan je kiezen uit twee verschillende boten. Een snelle catamaran of een ferry. De Catamaran doet er ongeveer 1,5u over, de tragere ferry doet er ongeveer 2,5u over. Wij namen de Catamaran daar de ferry niet kan aanmeren in de haven van Helgoland, hierdoor moet je enkele honderden meters voor het eiland overstappen in kleine sloepen.